Preventie VTE bij vrouwen met hormonale anticonceptie of hormoonsuppletie

Revision date:
20-12-2016

Dit stuk bevat algemene adviezen én adviezen voor specifieke groepen vrouwen met:

  • verhoogd risico op VTE op basis van trombofilie of positieve familieanamnese
  • voorgeschiedenis van VTE
  • indicatie voor hormonale suppletie

Risico op VTE

  • De levonorgestrel-hormoonspiraal (Mirena®) geeft geen verhoogd risico op VTE
  • De pil met alleen desogestrel 75 microgram, de minipil, lijkt nauwelijks een verhoogd risico op VTE te geven
  • De gecombineerde anticonceptiepil verhoogt het risico op VTE, waarbij de pil met levonorgestrel relatief het veiligst is. De pil met andere progestagenen, te weten gestodeen, desogestrel, cyproteronacetaat en drospirenon, verhoogt het risico aanmerkelijk meer
  • Het gebruik van het implantatiestaafje(Implanon®) lijkt het risico niet te verhogen, maar er zijn onvoldoende gegevens bekend om een relevante risicostijging uit te sluiten
  • De prikpil, de hormoonpleister en de vaginale ring leiden tot een verhoogd risico op VTE 

Aanbeveling:

  • Schrijf de levonorgestrel spiraal (Mirena®) voor indien hormonale anticonceptie wordt gewenst die het risico op VTE met zekerheid niet verhoogt.
  • Overweeg de pil met alleen desogestrel als alternatief voor de levonorgestrel spiraal indien orale hormonale anticonceptie wordt gewenst die het risico op VTE nauwelijks verhoogt.
  • Schrijf een tweedegeneratie (levonorgestrel) pil met maximaal 30 mcg ethinylestradiol voor indien, ondanks het verhoogde risico op VTE, de arts en de gebruikster de voorkeur geven aan een combinatiepil.
  • Schrijf uitsluitend bij hoge uitzondering en met voorlichting over het sterker verhoogde VTE-risico een pil voor met andere progestagenen, te weten gestodeen, desogestrel, cyproteronacetaat en drospirenon.
  • Schrijf uitsluitend bij hoge uitzondering en met voorlichting over het verhoogde VTE-risico de hormoonpleister, vaginale ring, of prikpil voor.

Risico op VTE bij pilgebruik door vrouwen met een verhoogd risico op VTE (trombofilie en/of positieve familieanamnese)

  • Het risico op VTE bij gebruik van hormonale anticonceptie is verhoogd bij vrouwen met trombofilie, en hangt af van het trombofiliedefect en familieanamnese voor VTE;
  • Het risico op VTE bij gebruik van hormonale anticonceptie is verhoogd bij vrouwen met een positieve familieanamnese voor VTE, en hangt af van het aantal familieleden met VTE in de eerstegraad, en de aanwezigheid van trombofilie;
  • Overige risicofactoren voor VTE bij gebruik van hormonale anticonceptie zijn: leeftijd, overgewicht en obesitas, roken, en de kraamperiode.

Aanbeveling:

  • Prefereer anticonceptiemethoden die het risico op VTE niet verhogen boven de combinatiepil bij vrouwen die een positieve familie anamnese in de eerste graad -al dan niet met trombofilie- voor VTE hebben.
  • Indien de combinatiepil de voorkeur van de vrouw heeft, maak een individuele afweging op basis van leeftijd, familieanamnese en al dan niet bekend zijn van trombofiliedefect met bijbehorend VTE risico.
  • Voer géén trombofilietesten uit om de afweging wel of geen combinatiepil te gebruiken te maken, tenzij hierover van tevoren een individuele afweging is gemaakt op basis van VTE risico met en zonder de combinatiepil.
  • Start geen orale anticonceptiva tijdens de eerste 12 weken postpartum bij vrouwen met een verhoogd basisrisico (trombofilie en/of belaste familieanamnese) op VTE.

Vrouwen met voorgeschiedenis VTE

Risico op recidief VTE
In een prospectief onderzoek onder 272 vrouwen na een eerste episode van VTE, bedroeg het risico op recidief VTE 1,3% per persoonsjaar in vrouwen die geen anticonceptiepil gebruikten, vergeleken met ongeveer 3% per jaar bij anticonceptiepil gebruikende vrouwen.

Aanbeveling:

  • Prefereer de levonorgestrel spiraal(Mirena®) voor vrouwen met een voorgeschiedenis van VTE indien hormonale anticonceptie wordt gewenst en zij geen antistolling meer gebruiken.
  • Overweeg de pil met alleen desogestrel als alternatief voor de levonorgestrel spiraal(Mirena®) voor vrouwen met een voorgeschiedenis van VTE indien orale hormonale anticonceptie wordt gewenst en zij geen antistolling meer gebruiken.
  • Schrijf geen combinatiepil voor aan vrouwen met een voorgeschiedenis van VTE indien zij geen antistolling meer gebruiken.
  • Staak de (combinatiepil) indien deze wordt gebruikt ten tijde van antistolling vóórdat de antistolling wordt gestaakt; pragmatisch wordt 1 cyclus aangehouden.
  • Indien vrouwen met (een voorgeschiedenis van) VTE therapeutische dosis antistolling gebruiken, is er géén contra-indicatie tegen gebruik van alle vormen van hormonale anticonceptiemethoden ten tijden van antistolling.

Hormonale suppletie therapie (HST) en VTE

Risico op VTE
De impact van het relatieve risico op het optreden van VTE is voor HST hoger dan voor de anticonceptiepil, gezien het hogere risico geassocieerd met de leeftijd.

Impact van hormonale suppletie

  • Oraal toegediende HST verhoogt het risico op VTE
  • Transdermaal toegediende HST lijkt het risico op VTE niet belangrijk te verhogen;
  • Tibolon, een medicament bij oestrogeen deficiëntie in de postmenopauze, lijkt het risico op VTE niet belangrijk te verhogen.

Aanbeveling:

  • Schrijf geen orale HST voor aan vrouwen die een positieve familie anamnese in de eerste graad – al dan niet met trombofilie – voor VTE hebben.
  • Overweeg, indien HST geïndiceerd is, transdermale HST voor te schrijven aan vrouwen die een positieve familie anamnese in de eerste graad – al dan niet met trombofilie – voor VTE hebben.
  • Schrijf geen orale HST voor aan vrouwen met een voorgeschiedenis van VTE.
  • Overweeg, indien HST geïndiceerd is, transdermale HST voor te schrijven aan vrouwen met een voorgeschiedenis van VTE.